In de wet is bepaald dat tegen een besluit van een bestuursorgaan bezwaar kan worden gemaakt en/of beroep kan worden ingesteld. Soms ontstaat er onduidelijkheid over wat nu als een ‘besluit’ moet worden aangemerkt. Onlangs heeft de rechter in Rotterdam zich daarover moeten buigen.
In de zaak die tot deze uitspraak leidde, had iemand een wijziging van zijn BSN gevraagd bij de gemeente. Zijn BSN leek erg op dat van zijn tweelingzus en dat leidde regelmatig tot fouten. In een brief heeft de gemeente dat verzoek afgewezen. Het daartegen gemaakte bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. Reden: de weigering was geen besluit, maar een ‘feitelijke handeling’.
Wanneer is sprake van een besluit
Onder een besluit, in de zin van de Awb (Algemene wet bestuursrecht), moet worden verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Dat is nog wat abstract. Het moet gaan om een handeling waarbij een publiekrechtelijke bevoegdheid wordt uitgeoefend. Die bevoegdheid moet uit de wet volgen en moet leiden tot een vaststelling of wijziging van iemands rechtspositie. Het besluitbegrip is nog wat complexer, maar dit volstaat voor nu.
Weigering om BSN aan te passen een besluit?
In beroep moest de rechter een antwoord geven op de vraag of de weigering om het BSN te wijzigen inderdaad geen écht besluit was, waartegen bezwaar kon worden gemaakt.
De wetgever heeft in de toelichting op de Wabb (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer) overwogen dat een BSN slechts betrekking heeft op “wie iemand is” en niet op wat diegene mag of moet. Om die reden zag de wetgever geen reden om toekenning van een BSN aan te merken als een besluit. Toekenning van een BSN wijzigt de rechtspositie van de betrokkene niet, maar bepaalt enkel dat hij/zij door middel van dat nummer geïdentificeerd kan worden. Er vloeien niet direct verplichtingen of rechten voort uit de toekenning of wijziging van het BSN.
Uitspraak rechter
De rechter verklaarde het beroep dus ongegrond: de gemeente had de betrokkene terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. Maar daarmee was de kous niet helemaal af.
Gelet op de brief waarin de wijziging van het BSN werd geweigerd, was het namelijk best logisch dat de betrokkene bezwaar had gemaakt. Niet alleen had die brief als onderwerp “Besluit BSN-wijziging”, maar ook werd aangegeven op welke gronden wijziging wel mogelijk zou zijn en als klap op de vuurpijl stond aan het slot hoe daartegen bezwaar kon worden gemaakt.
Om die reden overweegt de rechter dat het begrijpelijk is dat er verwarring is ontstaan bij de betrokkene. De gemeente had toch de indruk gewekt dat er sprake was van een Awb-besluit. Dat de betrokkene voor de zekerheid bezwaar had gemaakt, kon hem dus ook niet verweten worden. Aangezien hij kosten had moeten maken om bezwaar in te stellen en die kosten achteraf onnodig bleken te zijn gemaakt, kende de rechter aan de betrokkene daarom alsnog een proceskostenvergoeding toe. Een pleister op de wond, want met het onhandige BSN bleef de betrokkene zitten.
Advies
Omdat het niet altijd duidelijk is of sprake is van een besluit – en omdat het bestuursprocesrecht sowieso best lastig te doorgronden kan zijn – is het verstandig hierover even advies te vragen. Neem voor deze en andere bestuurs(proces)rechtvragen contact op met Reinier Ensink van Blackbird Advocatuur.